Het seizoen 1997/98 was voor Ajax onder manager Morten Olsen een triomfantelijke terugkeer naar de dominantie in het Nederlandse voetbal, waarbij stijlvol spel werd gecombineerd met consistentie en prijzen.
Na een aantal overgangsjaren na het vertrek van Louis van Gaal werd Ajax herbouwd met sterren als Jari Litmanen , Frank en Ronald de Boer , Danny Blind , Edwin van der Sar , Witschge en opkomende talenten als Shota Arveladze en Sunday Oliseh .
Ze wonnen de Eredivisie met gemak, met een voorsprong van 17 punten op PSV Eindhoven, en wonnen ook de KNVB-beker , waarmee ze de nationale dubbel wonnen. Arveladze en Litmanen scoorden, terwijl de verdediging van Ajax opnieuw tot de beste van Europa behoorde.
In Europa stelden ze echter teleur: ze werden al vroeg in de UEFA Cup uitgeschakeld.
Het seizoen 1997/98 herstelde de reputatie van Ajax als beste team van Nederland: gedisciplineerd, creatief en dominant op eigen bodem.

